Stages binnen de opleiding richten zich op de individuele patiëntenzorg (farmacotherapie, ziekenhuisfarmacie en intoxicaties), geneesmiddelenbeleid, onderwijs en onderzoek. De differentiatie omvat verplichte en facultatieve stages. Van deze facultatieve stages moeten er in ieder geval twee worden gevolgd (~40 dagdelen).
Individuele patiëntenzorg: farmacotherapie
In deze stage ligt het accent op de klinische farmacologie in de (acute) interne geneeskunde. Tijdens de verschillende onderdelen van deze stage kom je in aanraking met medicatie gerelateerde ziektebeelden zoals geneesmiddelenreacties, bijwerkingen en intoxicaties en verdiep je je in de veranderingen in farmacokinetiek en –dynamiek bij acute ziektebeelden zoals een sepsis of een acute nierinsufficiëntie. Daarnaast ben je betrokken bij het voorschrijfbeleid op de verpleegafdeling interne geneeskunde. De stage omvat de volgende onderdelen:
- Stage interne geneeskunde (32 dagdelen, verplicht)
- Stage geriatrie (16 dagdelen, verplicht)
- Stage geneesmiddelenovergevoeligheid (8 dagdelen, verplicht)
- Stage farmacotherapie in de eerste lijn en openbare apotheek (10 dagdelen, verplicht)
- Stage intensive care volwassenen (10-20 dagdelen, facultatief)
- Stage kindergeneeskunde en zwangeren (10-20 dagdelen, facultatief)
- Stage pijngeneeskunde (10-20 dagdelen, facultatief)
- Stage nefrologie (10-20 dagdelen, facultatief)
- Stage immuunmodulatoire geneesmiddelen (10-20 dagdelen, facultatief)
Individuele patiëntenzorg: ziekenhuisfarmacie
In deze stage ligt het accent op de klinische farmacologische aspecten van de ziekenhuisfarmacie zoals medicatiebewaking, advisering van artsen en therapeutic drug monitoring. Daarnaast verdiep je je in de verschillende taken van de ziekenhuisapotheek, waaronder bijvoorbeeld de bereiding van geneesmiddelen en het ondersteunen van studies met geneesmiddelen. De verplichte stage bestaat uit verschillende onderdelen:
- Farmaceutische patiëntenzorg (15 dagdelen)
- Laboratoriumstage apotheek (10 dagdelen)
- Stage off-label/experimentele behandeling (5 dagdelen)
- Stage wetenschappelijk onderzoek met geneesmiddelen (12 dagdelen)
- Geneesmiddelenveiligheid (2 dagdelen)
Individuele patiëntenzorg: Intoxicatie
De zorg voor patiënten met een intoxicatie komt op verschillende momenten tijdens de differentiatie aan bod. Belangrijke momenten zijn de volgende:
- Stage acute geneeskunde
- Stage farmaceutische patiëntenzorg en laboratoriumstage
- Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC)
Geneesmiddelenbeleid
Tijdens de differentiatie neem je deel aan meerdere commissies die gezamenlijk lokaal, regionaal of landelijk het geneesmiddelenbeleid bepalen. De geneesmiddelcommissie en de medisch ethische toetsingscommissie zijn verplicht, de overige zijn facultatief. Van de facultatieve commissies wordt verwacht dat je er in ieder geval twee bijwoont.
- Geneesmiddelencommissie (4 maal, verplicht)
- Medisch Ethische Toetsingscommissie (5 maal, verplicht)
- Antibioticum commissie (4 maal, facultatief)
- Meldingscommissie Incidenten Patiëntenzorg (MIP) (3 maal, facultatief)
- Special Interest Group Farmacotherapie bij ouderen (facultatief)
Onderwijs
Tijdens de differentiatie zijn er vele mogelijkheden om deel te nemen aan onderwijs in farmacotherapie en klinische farmacologie. In totaal ben je minimaal 2 weken, bij voorkeur 1 maand betrokken bij het onderwijs. Dat houdt in dat je niet alleen onderwijs geeft, maar ook bijdraagt aan het ontwikkelen en toetsen van dit onderwijs. Naast de verplichte bijdrage aan P-scribe en de Teach the Teacher cursus, kan je afhankelijk van de roostering van de betreffende cursussen aan meerdere onderwijs momenten deelnemen.
- Casuïstiek P-scribe (verplicht, 5 dagdelen)
- Teach the Teacher farmacotherapie of soortgelijke casus (verplicht)
- CRUplus blok groen
- CRUplus LINK blauw
- CRUplus blok paars
- SUMMA leerlijn klinsiche farmacologie
- Landelijke COIG klinische farmacologie
Onderzoek
De differentiatie klinische farmacologie bestaat voor een belangrijk deel (8 maanden) uit het zelfstandig uitvoeren van onderzoek op het gebied van geneesmiddelen. Doel is daarbij tenminste één origineel stuk als eerste auteur te publiceren betreffende een klinisch farmacologisch / farmaco-epidemiologisch onderwerp in een internationaal erkend wetenschappelijk tijdschrift en daarnaast tenminste één voordracht te houden voor een (inter)nationaal erkend forum, bijvoorbeeld de Nederlandse Vereniging voor Klinische Farmacologie en
Biofarmacie (NVKFB). Mocht je (bijvoorbeeld naar aanleiding van reeds verricht promotie-onderzoek) aan deze doelstelling hebben voldaan, dan kan bij de sectie klinische farmacologie van de NIV een verzoek tot korting de differentiatie worden ingediend. De toekenning van korting zal afhangen van het klinisch farmacologisch gehalte van het onderzoek en bedraagt maximaal 8 maanden.