terug

Differentiatiestage Endoscopie/minimaal invasieve chirurgie

Endometriose

Duur
6 maanden
12 maanden
Wat gaat de aios leren?

Het Maastricht UMC+ is een tertiair verwijscentrum voor vrouwen met endometriose. Vrouwen kunnen direct worden verwezen door de huisarts of door een tweedelijns centrum. Het kan dan gaan om een primair consult, second opinion of tertiaire verwijzing. Het Maastricht UMC+ heeft een topreferente functie endometriose en hieraan verbonden een expertisecentrum-status.

Als differentiatie-AIOS endometriose ziet u zowel tweedelijns als derdelijns patiënten met (verdenking op) endometriose en heeft u een volwaardige rol binnen het multidisciplinaire team van gynaecologen, radiologen, chirurgen, urologen en seksuologen. U neemt actief deel aan de multidisciplinaire patiëntenbesprekingen en heeft een vaste rol binnen het operatieteam.

Wetenschappelijk onderzoek vormt een wezenlijk onderdeel van de werkzaamheden. Vooraf aan de stage wordt uw bijdrage bepaald (hetzij actieve deelname aan lopende projecten, hetzij een door u bij voorkeur binnen de stageperiode uit te werken onderzoeksonderwerp).

Dit document beschrijft de ontwikkeling zowel op CANMEDS als inhoudelijk niveau van de differentiatie-assistenten endometriose / minimaal invasieve chirurgie in het MUMC. Het is nadrukkelijk een leidraad, waarbij de assistent uitgenodigd wordt tijdig een persoonlijk ontwikkelingsplan op te stellen en dit te bespreken. In principe kunnen 1-2 assistenten tegelijk geplaatst worden, waarbij er een gedeeld takenpakket bestaat en een aandachtsgebied. Een combinatie tussen de differentiatiestages endometriose en voortplantingsgeneeskunde is mogelijk.

Medisch handelen

U bent in staat om zelfstandig patiënten met endometriose te diagnosticeren en behandelen op tweedelijns niveau. Ook bent u in staat om adequaat triage toe te passen; welke patiënt behandelt u zelf en wie verwijst u voor derdelijns zorg. Voor de stage minimaal invasieve chirurgie is het doel zelfstandig patiënten te kunnen diagnosticeren en behandelen op tweedelijns niveau, waarbij aan het einde van de stage level 3 laparoscopieën zelfstandig kunnen worden uitgevoerd en u in staat bent adequaat te assisteren bij level 4 laparoscopieën. U bent tevens in staat om een superviserende rol te vervullen ten opzichte van jongerejaars A(N)IOS op gebied van (poli)klinische zorg, hysteroscopieën en level 2 laparoscopieën.

Communicatie

U communiceert effectief met verwijzers, medebehandelaars en andere derdelijns centra. U geeft patiënten juiste informatie over bevindingen, ziektebeelden en de behandelopties waarbij ook counseling van operatieve ingrepen naar voren komt. U kunt effectief risico’s bespreken voorafgaand aan een operatieve ingreep en biedt beschikbare folders en brochures van de beroepsvereniging aan.

U bent in staat effectief te communiceren tijdens ingrepen en daarbij een leidende rol in te nemen. U geeft adequate feedback tijdens supervisie.

Samenwerking

Patiëntenzorg: u neemt de rol van casemanager op zich. U hanteert zoveel mogelijk landelijke of lokale protocollen en adviseert over aanpassing hiervan op basis van (nieuwe) wetenschappelijke ontwikkelingen. U overlegt voor complexere diagnostische of beleidsmatige casuïstiek effectief met de gynaecoloog met aandachtsgebied. U participeert in lokale en regionale besprekingen: patiëntenbespreking endometriose, divisie overleg benigne gynaecologie, MDO endometriose, intercollegiaal overleg met tweedelijns centra.

Onderwijs: u neemt nadrukkelijk de rol op van supervisor en baseert de supervisie op de ervaring van de desbetreffende assistent. U participeert in het onderwijs aan co-assistenten en studenten.

Maatschappelijk handelen

U bent in staat om te gaan met zorg voor psychosociale problematiek rondom de diagnose endometriose, inclusief het effectief inzetten van transmurale zorgmogelijkheden (psycholoog, seksuoloog, etc). U bent zich bewust van de rol die de patiëntenvereniging, internetfora en (sociale) media hebben op de omgang van endometriosepatiënten met hun klachten. U weegt bij het inzetten van diagnostiek en behandeling zorgvuldig kosten en baten tegen elkaar af.

Professionaliteit

U gaat adequaat om met verdriet, angst, onzekerheid van patiënten ten aanzien van de diagnose en soms langdurige behandeltrajecten (professioneel gedrag). U reflecteert op uw eigen handelen en beleving. U erkent grenzen en (locatiegebonden) beperking van behandelmogelijkheden.

Wetenschap

U bent in staat om wetenschappelijke literatuur naar waarde in te schatten en patiënten op een begrijpelijke manier evidence-based voor te lichten om zo uiteindelijk gezamenlijk tot een besluit te komen.

U bent bekend met de evidence-based richtlijnen binnen de benigne gynaecologie en zorgt dat de huidige richtlijnen en ontwikkelingen binnen het vakgebied worden bijgehouden.

U bent op de hoogte van de huidige lopende studies en bent in staat patiënten hiervoor te counselen en te includeren. U participeert actief in het actueel houden van lokale protocollen. De mogelijkheid wordt geboden om een actieve(re) rol te spelen in wetenschappelijk onderzoek.

Hoe ga ik leren?

We hanteren voor het leren kennen van de kliniek (incl. verloskamers) een inwerkperiode van enkele weken. Bij het begin van de stage wordt een POP opgesteld. Vier keer per jaar vindt er een evaluatie plaats met de opleiders. Voor de beoordeling en toetsing wordt gebruik gemaakt van het digitale EPASS portfolio van de universiteit van Maastricht, waarin o.a. OSATS en KKB’s zijn opgenomen.

Het concrete weekrooster zal in samenspraak met de AIOS worden uitgewerkt, daarbij ook rekening houdend met specifieke wensen, eventuele roostervrije dagen en tijd voor wetenschappelijk onderzoek. Conform de BOEG-richtlijn zal gemiddeld 1 dag per week besteedt worden aan andere gynaecologische en obstetrische vaardigheden.

Thema’s v.w.b.

bekwaamheidsniveaus 1 t/m 5

IJkpunt 1

Na 6 mnd

IJkpunt 2

Na 12 mnd

Operatieve verrichtingen

  • diagn hysteroscopie (evt poliep)

4

5

  • diagnostische lap +tt

4

5

  • diagnostische lap (endometriose)

3

4

  • cystectomie

3

4

  • TLH endometriose

2

3-4

Postoperatieve zorg

4

5

Show-and-tell

Vakgroep Obstetrie en Gynaecologie MUMC+

Binnen het vakgebied Obstetrie & Gynaecologie worden drie deelgebieden cq divisies onderscheiden: (1) de Obstetrie / Perinatologie, inclusief de prenatale diagnostiek en therapie, (2) de Gynaecologie waarbinnen de gynaecologische oncologie en de algemene Gynaecologie en (3) de Voortplantingsgeneeskunde (VPG). De seniorstaf bestaat uit 19 personen inclusief 4 hoogleraren. Prof. dr. M. Spaanderman is hoogleraar obstetrie, en prof.dr. R.F.P.M. Kruitwagen is hoogleraar gynaecologische oncologie. Prof.dr. R.F.P.M. Kruitwagen is hoofd van de afdeling en voorzitter van de vakgroep en directeur van centrum Vrouw, Moeder en Kind (VMK). Daarnaast is prof.dr. P. Theunissen hoogleraar 'werkplekleren in de gezondheidszorg' aan de Universiteit Maastricht. Prof.dr. M.Y. Bongers is hoogleraar Gynaecologie aan de Universiteit Maastricht en werkzaam als gynaecoloog in zowel het Maxima Medisch Centrum als in het MUMC in Maastricht.

Het MUMC maakt deel uit van het opleidingscluster Zuid-Oost-Nederland waarbinnen gemiddeld 36 AIOS opgeleid worden en waarvan er gemiddeld 18 in het MUMC actief zijn. Dr. C. Willekes is opleider, dr. B.F.M. Slangen plaatsvervangend opleider.

De AIOS vormen de juniorstaf van waaruit een afvaardiging (in principe 2 AIOS) deelneemt aan de seniorstafvergaderingen m.u.v. het besloten deel waarin specifiek AIOS besproken worden. Jaarlijks worden 6 opleidingsvergaderingen gepland (waarbij senior- en juniorstaf aanwezig) waarbinnen specifieke opleidings-vraagstukken en eventuele knelpunten worden besproken. Ook deze vergaderingen eindigen met een besloten gedeelte bestemd voor juniorstaf, opleider en plaatsvervangend opleider, voor het bespreken van eventuele problemen met seniorstafleden. De AIOS maken in principe zelf een concept lange termijn rooster (indeling stages) zowel als dienstenschema wat vervolgens ter goedkeuring wordt voorgelegd aan opleider e/o plaatsvervangend opleider.

Alle seniorstafleden worden 1x/2 jaar op anonieme manier beoordeeld door alle AIOS (MCTQ). De resultaten worden vervolgens met zowel stafleden als AIOS besproken.

Alle opleidingsonderdelen in deze instelling