Erasmus MC: met meer dan 70 opleidingen een van de grootste medische opleidingscentra in Nederland.
Deze stage is bedoeld voor het verwerven van extra kennis en vaardigheden zoals grotendeels beschreven in de themakaart Pediatrische KNO (themakaart 13) van het Landelijk Opleidingsplan ENTER2.
Daarnaast betreft deze differentiatie nadrukkelijk ook pediatrische otologie, waarbij onderwerpen uit de themakaart Otologie (themakaart 1) aan bod komen. Bij aanvang van de differentiatie is reeds een pediatrische stage in de opleiding met goed succes afgerond. Daarnaast is de gehele serie booroefeningen afgerond, en heeft de AIOS kennis van alle frequent uitgevoerde oorheelkundige ingrepen.
Werkzaamheden
• Intake van 2e en 3e lijns patiënten op het kinder-KNO spreekuur onder indirecte supervisie van een pediatrisch KNO-arts.
• Bespreken van de indicatiestelling van de operatiepatiënten tijdens de wekelijkse indicatie bespreking.
• Het verrichten van klinische consulten bij opgenomen patiënten.
• Het multidisciplinair bespreken van met name klinische patiënten.
• Verrichten van zowel ingrepen en scopieën aan de luchtwegen als ooroperaties onder directe supervisie van een pediatrische KNO-arts.
Eindtermen
Aan het eind van de differentiatie heeft de AIOS kennis en vaardigheden verworven t.a.v. de volgende aspecten:
• (hetero)anamnese, KNO onderzoek bij een kind, inclusief beeldvormende diagnostiek, en laboratorium diagnostiek;
• anatomie en fysiologie van oor, luchtweg, voedselweg, de onderlinge samenhang hiervan, in relatie tot de leeftijd van het kind;
• spraak-taalontwikkeling, gehoor, gehoortesten bij kinderen;
• diagnostiek perceptieve slechthorendheid, inspiratoire stridor bij pasgeborene, stridor bij luchtweginfectie;
• pediatrische KNO op niveau tweedelijns verwijzing, chronische otitis media / cholesteatoom en de complicaties, rhinitis, luchtweginfectie, luchtwegobstructie, tumor, congenitale afwijkingen;
• operatief: mastoidectomie, attico-antrotomie, trommelvliessluiting, MOB, adenotomie, tonsillectomie, scopie gehele luchtweg m.b.v. flexibele en starre scoop, tracheotomie.
• KNO-patiëntenzorg in de kliniek, inclusief de IC’s.
Het programma van de differentiatie wordt vooraf in samenspraak met de stagebegeleiders en roosteraars gemaakt. Gestreefd wordt naar 4 dagdelen waarvan 2 dagdelen chirurgie en 2 dagdelen polikliniek.
Toetsing vindt plaats door:
• OSATS en KPB’s;
• Dagelijkse visite met stafleden.
Halverwege en aan het eind van de differentiatie vindt een afsluitend evaluatiegesprek plaats met het sectorhoofd otologie.