De AIOS dient tijdens de verdiepingsstage uitvoerig kennis te vergaren op het gebied van de diagnostiek en behandeling van o.a.: Idiopathische interstitiële longziekten (IIP’s) zoals IPF, iNSIP en COP. Granulomatueze longziekten zoals sarcoïdose en EAA. Longbetrokkenheid bij systeemziekten. Roken gerelateerde ILD’s zoals LCH en RBILD. Eosinofilie longziekten zoals eosinofiele pneumonie en hypereosinofiel syndroom. Cysteuze longziekten zoals LAM en Birg Hogg Dube syndroom. ILD’s veroorzaakt door beroep of hobby. ILD’s geïnduceerd door het gebruik van medicamenten of drugs. Zeer zeldzame ILD’s zoals alveolaire proteïnose, amyloïdose en stapelingsziekten.
De verdiepingsstage vindt plaats in opleidingsjaar 6. Alle 7 competenties met de nadruk op medisch handelen, kennis en wetenschap, communicatie, samenwerking, organisatie en professionaliteit. De AIOS dient tijdens de verdiepingsstage uitvoerig kennis te vergaren op het gebied van de diagnostiek en behandeling van o.a. Idiopathische interstitiële longziekten, zoals IPF, iNSIP en COP; granulomateuze longziekten zoals sarcoïdose en EAA; longbetrokkenheid bij systeemziekten; roken gerelateerde ILD’s zoals LCH en RBILD; Eosinofiele longziekten zoals eosinofiele pneumonie en hypereosinofiel syndroom; cysteuze longziekten zoals LAM en Birt Hogg Dube syndroom; ILD’s veroorzaakt door beroep of hobby; ILD’s geïnduceerd door het gebruik van medicamenten of drugs; zeer zeldzame ILD’s zoals alveolaire protëinose, amyloïdose en stapelingsziekten. De AIOS moet kennis hebben genomen van de NVALT position paper IPF en van de ATS/ERS/ACCP richtlijnen over ILD en sarcoidose en overige relevante literatuur. De AIOS moet een immunoBAL kunnen interpreteren. De AIOS moet de radiologische patronen op HRCT kunnen herkennen met daarbij opstellen van een differentiaal diagnose. De AIOS moet kennis hebben van de gevolgen van acute exacerbaties en de risicofactoren/uitlokkende factoren die een acute exacerbatie kunnen uitlokken. De AIOS moet kennis hebben van ontwikkeling van complicatie van ILD, zoals bijvoorbeeld pulmonale hypertensie. De AIOS moet kennis hebben van de werking en bijwerkingen van de belangrijkste middelen bij behandeling van ILD.
Begeleiding en bewaken van het diagnostisch proces van de patiënten die worden geanalyseerd op de polikliniek ILD. Actieve participatie in de supervisie van de klinische afdeling. Het doen van ILD spreekuren. Bezoek van relevante cursussen: Davos ILD cursus; diverse HRCT cursussen, Jules vd Bosch symposium, WASOG meeting. Instellen van behandelingen en de begeleiding van de patient daarin. Oordeel ILD team, met minstens een introductiegesprek, voortgangsgesprek halverwege de stage en een eindgesprek. Behalen van EPA’s (Entrustable Professional Activity).